Breaking: Geen stemming WRM en sanctie

Vandaag zou er in de Tweede Kamer gestemd worden over de WRM (wet rijonderricht motorrrijtuigen). Dit gaat niet door. Aanleiding is opnieuw de discussie over het wel of niet afschaffen van de sanctie.

De VerkeersAcademie

— Advertentie —

Eerder werd de tweede termijn van het debat over de WRM met een maand uitgesteld, zodat de partijen CDA, SP, PVV en D66 met een alternatief voor de sanctie konden komen. Dit nadat Minister Cora van Nieuwenhuizen had aangegeven open te staan voor een alternatief. Zij schreven een amendement waarin de sanctie volledig komt te vervallen en instructeurs iedere zes maanden kunnen herkansen. Wel zouden de kosten hierbij op kunnen loipen doordat de herkansingen zelf bekostigt moeten worden.

De Minister gaf in de tweede termijn van het debat aan dit alternatief veel te ver af te vinden staan van het huidige voorstel en er geen voorstander van te zijn, daarop is het amendement nu gedeeltelijk gewijzigd.

Stemmen uitgesteld

Vandaag zou er gestemd worden over het wetsvoorstel en het amendement. Dit gaat niet door op verzoek van de VVD. Kamerlid Remco Dijkstra  verzoekt de Minister om eerst een brief te sturen aan de Kamer met daarin haar reactie op het gewijzigde amendement en haar visie op het geheel.

Intussen stuurt het IBKI nog deze week een brief aan de Tweede Kamer met daarin hun zienswijze betreffende de sanctie. IBKI is, evenals BOVAG, VRB en de FAM fel tegenstander van het afschaffen van de sanctie. De Minister zou ook deze brief door het uitstel nog mee kunnen nemen in haar visie.

Het verzoek van de VVD om de brief van de Minister af te wachten wilde de PVV niet steunen en de SP met de eis dat er volgende week wel gestemd wordt. Kamerlid Maurits von Martels (CDA): "Het is niet anders dan goed fatsoen om aan dit verzoek te voldoen en de brief af te wachten. Wij verwachten dat de wet en het amendement volgende week alsnog in stemming gebracht kunnen worden. Wij zijn overigens voornemens nu geen wijzigingen meer aan te brengen in ons amendement."

Coalitiepartners tegenover elkaar

De VVD coalitiepartner van het CDA, is er fel op tegen om de sanctie af te schaffen. Kamerlid Remco Dijkstra gaf in het debat aan het niet acceptabel te vinden dat er oneindig herkanst mag worden en gaf meerdere keren aan dat veiligheid van jongeren die rijlessen volgen voorop staat en dat een rijinstructeur die up-to-date kennis heeft en de juiste vaardigheden beheerst daarvoor essentieel is. Het laten rijden van een onbekwame rijinstructeur vindt de VVD onacceptabel. Wel is de VVD ervoor om in de WRM een hardheidsclausule op te nemen, waardoor instructeurs, die door bijvoorbeeld ziekte de bijscholing niet halen, vrijgesteld worden van de sanctie.  

Amendement sanctie

Volgens het amendement moet de rijinstructeur die de praktijkbegeleiding niet voldoende afsluit binnen zes maanden opnieuw de praktische bijscholing volgen. In geval van verlenging moet verplicht bijles worden gevolgd op die onderdelen waar onvoldoende op is gescoord. De cursussen worden gecertificeerd door het IBKI en door andere partijen gegeven. Na het volgen van de bijles gaat de instructeur opnieuw op voor herkansing. De geldigheidsduur van het certificaat wordt daartoe telkens met een half jaar verlengd: Wanneer de rijinstructeur niet opgaat voor herkansing, verliest hij de instructiebevoegdheid.

 

De gehele toelichting op het amendement van CDA, D66, PVV en SP:

Dit amendement regelt dat de sanctie op het niet behalen van de vijfjaarlijkse praktijkbegeleiding wordt veranderd. Nu is het zo dat een rijinstructeur van wie de praktijkbegeleiding niet als voldoende wordt beoordeeld de instructiebevoegdheid kan verliezen. De huidige sanctie hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van rijschoolhouders en instructeurs. Ondernemers lopen de kans in een keer hun hele bedrijf kwijt te zijn. Die consequentie is buitenproportioneel. Met dit amendement moet de rijinstructeur die de praktijkbegeleiding niet voldoende afsluit binnen zes maanden opnieuw de praktische bijscholing volgen. In het eerste onderdeel van dit amendement is geregeld dat de regels met betrekking tot omvang, inhoud en de duur van de praktische bijscholing anders worden vastgesteld indien sprake is van verlenging. Bij AMvB wordt uitgewerkt dat in geval van verlenging verplicht bijles moet worden gevolgd op die onderdelen waar onvoldoende op is gescoord. De cursussen worden gecertificeerd door het IBKI en door andere partijen gegeven. Na het volgen van de bijles gaat de instructeur opnieuw op voor herkansing. De geldigheidsduur van het certificaat wordt daartoe telkens met een half jaar verlengd: voor de eerste keer met zes maanden gerekend vanaf het einde van de geldigheidsduur van vijf jaar, daarna met zes maanden gerekend vanaf de laatst gevolgde en onvoldoende beoordeelde praktische bijscholing. De rijinstructeur kan zodoende blijven opgaan voor herkansing zonder zijn instructiebevoegdheid te verliezen. De combinatie van tijdsdruk en oplopende kosten en derving van inkomsten maken deze situatie echter onwaarschijnlijk. Wanneer de rijinstructeur niet opgaat voor herkansing, verliest hij de instructiebevoegdheid.
Deze sanctie is al stevig genoeg, want het betekent onaantrekkelijke extra kosten voor een cursus en examen. Dit amendement regelt eveneens dat een bij de verlenging van de instructiebevoegdheid een VOG moet worden overgelegd. Dit is in aanvulling op de in het wetsvoorstel geregelde overlegging van de VOG. Ook dit kan dus extra kosten met zich mee brengen voor de rijinstructeur.