De praatpaal gaat verdwijnen
Vanaf deze zomer kunnen automobilisten met pech straks niet langer meer terecht bij praatpalen. In juli begin Rijkswaterstaat met het weghalen van alle 3.300 palen. Met deze maatregel zal de overheid naar verwachting een miljoen per jaar besparen.
In 2013 kondigde Minister Schultz van Haegen al aan dat de zuilen hun langste tijd wel hadden gehad en inmiddels is dan nu de knoop doorgehakt. De praatpalen zijn overbodig geworden nu vrijwel iedereen over een mobiel beschikt. Daarnaast hebben steeds meer auto’s een noodknop in de auto waarmee ze bij nood om hulp kunnen vragen. In sommige gevallen schakelt het systeem van een auto zelf hulpverleners in. Rijkswaterstaat denkt twee maanden nodig te hebben om de 3.300 praatpalen te ontmantelen.
Een stukje geschiedenis
In 1960 verschenen de eerste palen langs Rijksweg 13, de huidige A13. Het ging toen nog om een proef, maar al snel bleek dat de palen in een behoefte voorzagen. In 1968 werd door de regering besloten om een landelijk netwerk te financieren met noodtelefoons om de twee kilometer langs de snelwegen. Op 21 december 1970 werd het eerste deel van het praatpalennet in gebruik genomen en in 1974 werd de duizendste praatpaal, ontworpen door Philips en de Technische Hogeschool in Eindhoven, in werking gesteld. Eind jaren negentig was het huidige netwerk met 3.300 praatpalen voltooid.
Voor meer informatie over de geschiedenis van de Praatpaal verwijzen we je graag naar een speciale pagina opgezet door de ANWB: "Afscheid van een Icoon". Hier kunnen geïnteresseerden onder andere lezen over de 57-jarige geschiedenis van de praatpaal en wordt advies gegeven hoe je na 1 juli om moet gaan met pech op de weg.
ANWB
Bij de ANWB heerst geen weemoed over het verdwijnen van de praatpalen. “We zijn er trots op” zegt woordvoerder Markus van Tol, “maar de praatpaal heeft zijn tijd gehad.” De ANWB heeft geen recente cijfers over hoe vaak de praatpaal nog werd gebruikt. Dat werd al een tijd niet meer bijgehouden.
Cijfers
De laatste cijfers dateren van 2011, toen kwamen er jaarlijks nog circa 50 duizend hulpvragen via de palen binnen. Dat kwam neer op bijna drie procent van de 1,8 miljoen pechmeldingen. Het grootste voordeel van de praatpalen als communicatiemiddel was dat de Wegenwacht exact kon zien waar de hulpvraag vandaan kwam. Met een mobiel blijkt dat toch lastiger te zijn. “Veel Nederlanders die zich met het mobieltje melden, kunnen niet nauwkeurig aangeven waar ze staan” geeft de Wegenwacht aan.
Afgedankte palen
Van de afgedankte palen komt een deel in musea te staan en een ander deel zal worden verkocht aan Domeinen Roerende Zaken. Hier kunnen zowel bedrijven als particulieren overtollige rijksgoederen kopen. Van de palen die overblijven worden onderdelen hergebruikt en wordt het metaal omgesmolten
Rijkswaterstaat gaat samen met de ANWB in een campagne automobilisten wijzen op het verdwijnen van de praatpaal.