Er wordt te veel gerekend voor tachograafkaarten
In 2015 heeft Kiwa tien euro te veel gerekend voor een tachograafkaart. Het instituut streek daardoor 370.000 euro te veel aan inkomsten op. Dit terwijl de overheid altijd voorschreven heeft dat de tarieven enkel kostendekkend mogen zijn.
Dat Kiwa teveel rekent voor tachograafkaarten blijkt uit een validatieonderzoek van Pricewaterhouse Coopers naar de kostprijsmodellen van ILT en Kiwa.
Hoger dan de kostprijs
De prijzen voor de tachograafkaarten zijn al jaren onderwerp van kritiek. Een aantal jaar geleden werd er zelfs met een beroep op de WOB getracht inzage te krijgen in de contracten tussen ILT en Kiwa, maar zonder resultaat. Het onderzoek van Pricewaterhouse Coopers heeft nu aangetoond dat de tarieven voor de tachograafkaarten hoger zijn dan de kostprijs. Hetzelfde geldt voor andere vergunningen in het goederenverkeer. Kiwa heeft vorig jaar alleen al tonnen verdiend aan het verstrekken van tachograafkaarten. Uit het onderzoek bleek namelijk dat de kosten van een tachograafkaart in 2015, 89 euro waren voor Kiwa, terwijl ze verkocht werden voor 99 euro (excl. BTW).
Andere vergunningstarieven verre van kostendekkend
Er moet wel gezegd worden dat voor de Kiwa de andere vergunningstarieven verre van kostendekkend waren. Volgens de berekeningen schoot Kiwa er zelfs 975.000 euro bij in. Pricewaterhouse Coopers zegt hierover: “De leges voor goederenvervoer en bus leveren een hogere opbrengst op dan de gemaakte kosten. Bij de andere sectoren is dit niet het geval, waardoor de vergunningen voor goederenvervoer en bus momenteel een deel van de kosten voor de andere sectoren compenseert.” In een brief aan de Tweede Kamer schreef minister Schultz dat ILT en Kiwa vanaf 1 januari 2017 een vereenvoudigd tarievenstelsel moeten gaan hanteren. De Kiwa hanteert, in het voorgestelde kostprijsmodel, dezelfde kostprijzen ongeacht de sector. Kruissubsidiëring zal daarmee afnemen.
Meer informatie over het onderzoek vind je op de website van de Rijksoverheid.
Bron: TTM