Fraudebestrijding bij het CBR; ook met terugwerkende kracht?
Nadat vele partijen geregeld aan de bel trokken, onderkende het CBR dat maatregelen noodzakelijk waren om een einde te maken aan fraude bij theorie-examens. Maar wat gaat het CBR doen met de – naar schatting – tienduizenden kandidaten die in het recente verleden op oneigenlijke wijze zijn geslaagd voor hun theorie-examen?
— Advertentie —
Preventieve maatregelen
In de afgelopen maanden heeft het CBR verschillende maatregelen genomen om fraude bij theorie-examens te voorkomen. Verscherpt toezicht in de examenzalen, verplichte lockers en elektronische detectieapparatuur zijn enkele van de wapens die het CBR inzet.
Ook de 'voorspelbaarheid' van het theorie-examen werd aangepakt. Dat was nodig omdat bleek dat het relatief eenvoudig was om met ezelsbruggetjes te slagen voor je theorie-examen.
In hoeverre deze maatregelen afdoende zijn, zal nog moeten blijken. Het CBR geeft echter aan 'hoge prioriteit' toe te kennen aan fraudepreventie. Het flink dalende slagingspercentage duidt erop dat de aanpak vooralsnog succesvol is.
Waar blijven de correctieve maatregelen?
Waar het CBR nog géén mededelingen over heeft gedaan, is wat het gaat doen met de kandidaten die in het verleden door middel van fraude zijn geslaagd voor hun theorie-examen. Dat is vreemd, vooral gelet op het maatschappelijk belang (verkeersveiligheid), maar zeker ook als je het afzet tegen de collectieve verontwaardiging die vorig jaar ontstond over fraude met eindexamens op een Rotterdamse middelbare school. Zelfs de verantwoordelijk minister eiste toen dat fraudeurs zouden worden opgepakt en hun examenresultaten ongeldig zouden worden verklaard.
In dat licht is het onbegrijpelijk dat het CBR tot nu toe niet in actie is gekomen. Het feit dat fraude achteraf moeilijk op te sporen is, mag geen reden zijn om er geen werk van te maken. Dat is niet verantwoord en tevens oneerlijk ten opzichte van alle kandidaten die wél op legale wijze voor hun theorie-examen hebben moeten studeren.