RST adresseert pijnpunten bij CBR

RST

Begin januari is er een gesprek geweest tussen het Rijschool Samenwerking Team (RST) en het CBR over de pijnpunten die rijinstructeuren ervaren op de 'werkvloer'. Dit om de belangen van instructeurs die niet bij een branchevereniging zitten onder de aandacht te brengen. Het gesprek ging onder andere over het vermelden van lesprijzen en slagingspercentage. Lees hier meer.

Lesautolease.nl

— Advertentie —

Het gesprek werd gevoerd tussen twee afgevaardigden van het CBR, een afgevaardigde van het ministerie van Infrastructuur en waterstaat en de directeur Innovam IBKI. 

Het RST geeft in een online verslag aan verschillende punten aan te kaarten. Zo vindt de organisatie dat de beeldvorming rondom rijinstructeuren negatief en zou dat graag zien veranderen. “Zie ons rijinstructeurs op waarde en begrijp dat wij ons enkel aansluiten bij een brancheorganisatie als wij ons ook daadwerkelijk door hen vertegenwoordigd voelen”, zo schrijft het RST.

Lesprijs

Een ander punt was de door het CBR vermelde gemiddelde prijs voor een les. Het CBR noemt 39 lesuren gemiddeld, met een lesprijs van €42,-. 

“Het aantal vermelde uren is naar onze mening niet representatief en geeft een verkeerd beeld waardoor onze klanten denken al vrij snel af te kunnen rijden en ons hier vaak ook aan proberen te houden”, zegt het RST hierover. 

Het CBR geeft in het gesprek aan deze informatie nog niet te veranderen, maar wel te willen onderzoeken of dit correct is. 

Slagingspercentage

Het RST vindt dat het vermelden van slagingspercentages niet goed gaat. Rijscholen met maar twee examens per jaar kunnen een gemiddelde van 100% halen. Het RST noemt deze verhouding, ten opzichte van iemand met 60 examens per jaar, scheef. Het CBR gaf aan dat het wilde meedenken over het idee de percentages in categorieën te verdelen.

Het CBR vindt op dit moment openheid in de slagingspercentages van examinatoren niet wenselijk, dit zou kunnen leiden tot voorkeur voor bepaalde examinatoren. De slagingspercentages van het CBR zijn overigens wel op de website van het CBR terug te vinden of in de jaarverslagen CBR.

Reserveringssysteem

Het reserveringssysteem van het CBR kent problemen. RST heeft aangegeven dat dit beter moet functioneren.  CBR geeft aan bewust te zijn van de problemen en de vele onderhoudsmomenten en dat het TOP systeem verbeterd moet worden. 

Het CBR geeft aan dat indien je gegevens als privacygevoelig ervaart, je dit zou kunnen melden bij het CBR, via TOP, je kan hier een verzoek neerleggen om adresgegevens van de website te laten halen.

Theorie examens

Het CBR begrijpt de ergernis over de turbo opleiders van theoriecursussen en begrijpt tevens dat er enkel een beroep wordt gedaan op het korte termijn geheugen. Ze probeert daarop in te spelen met diversiteit in vragen, innovaties als het dragen van een Virtual Reality bril tijdens examens of bewegend beeld in plaats van afbeeldingen.

Het CBR geeft tevens aan dat er nooit examens/ vragen gedeeld worden en dat ‘turbo’ opleiders niet meer informatie krijgen dan andere opleiders.

Andere onderwerpen

Financien CBR

RST heeft aangegeven dat de jaarlijkse prijsverhoging door het CBR dit jaar veel te laat is gecommuniceerd. Het CBR wil dit voor het nieuwe jaar eerder communiceren. 

Wat betreft de financiële situatie van het CBR zelf, geven ze aan dat deze ernstig is. Dit betekent dat het CBR met een beperkt budget en onder toezicht de zaken rond zal moeten breien en dat er voorlopig weinig budget is voor nieuwe aanbestedingen. 

Gegevens aan belastingdienst

Het CBR deelt gegevens met de belastingdienst. 

Mentorexamen op het bord

Het CBR geeft aan dat het vermelden van de rijschool bij het mentorexamen duidelijkheid schept richting de leerling, enkel tafelnummer en tijden kunnen onduidelijkheid geven, aldus het CBR.

Schade lesauto’s

RST heeft aangegeven dat veel lesauto’s schade oplopen tijdens examens en willen dat graag bespreekbaar maken. 

Examinatoren zijn in principe niet WRM bevoegd. Ze volgen via het CBR een opleidingstraject, waar ze ook de ‘ingreep’ oefenen. Bij een examen gaat het CBR er vanuit dat de leerling “examen klaar” is. Volgens het CBR wordt er voldoende geoefend op de ‘ingreep’. Het CBR verwijst bij eventuele problemen naar de regiomanager.

In April 2020 volgt er een vervolg gesprek met het CBR. Later deze maand volgt er nog een gesprek met het IBKI.