WRM: Teletoets-systeem per 1 januari 2014

Het IBKI (exameninstituut voor rijinstructeurs) gaat per 1 januari 2014 over van het huidige EGEL-systeem naar het toetssysteem ‘Teletoets’ van Andriessen. Waar moeten opleiders als gevolg daarvan rekening mee houden?

De VerkeersAcademie

— Advertentie —

Voor wat betreft de WRM ontstaat geen principieel verschil tussen de theorietoetsen/manier van toetsen van voor en na 1 januari 2014. De opmaak op het beeldscherm ziet er iets anders uit, maar de vragen, de matrijs (vraagverdeling) en zak-/slaaggrens blijven gelijk, met één uitzondering.

De bevraging van toets 2.a Lesvoorbereiding en toets 2.b Lesuitvoering en beoordelen (cat. B) bestaat op dit moment uit een combinatie van zogenaamde casusvragen en handelingskeuzevragen. De casusvragen zijn driekeuzevragen met één goed antwoord. De handelingskeuzevragen zijn vierkeuzevragen met 7 punten voor het beste antwoord en 3 punten voor het één na beste antwoord.

Uit de analyse van WRM-examengegevens in het kader van de evaluatie van de WRM bleek, dat het niet bezwaarlijk is de bevraging met vierkeuzevragen met 7- en 3-puntenscore te laten vervallen. Dit is getest op de onderzoeksgegevens en gaf nauwelijks zogenaamde misclassificaties (ten onrechte oordeel voldoende of onvoldoende). De toegevoegde waarde van deze andere manier van toetsing is daarmee niet groot. IBKI gaat daarom per 1 januari 2014 over op uitsluitend driekeuzevragen met één goed antwoord in de toetsen 2.a en 2.b. Het soort vragen (casusvragen en handelingskeuzevragen) verandert niet. Op deze toetsen kan ook een betere periodieke analyse uitgevoerd worden, wat de kwaliteit van de toetsen ten goede komt. 

Voor WRM-kandidaten heeft deze wijziging in het type toetsvragen geen gevolgen: men moet nog steeds per vraag het juiste dan wel beste antwoord kiezen. Voor de zak-slaaggrens betekent dit dat ook voor de toetsen 2.a en 2.b een minimumaantal goede vragen tot een voldoende leidt (en niet een minimumaantal punten). Daarbij wordt aangesloten op de zak-slaaggrens (cesuur) van toets 1.a Theorie van de rijtaak: de kandidaat heeft een voldoende bij 42 vragen goed.

Bron: IBKI